Vereniging
PINT-bierproefavond Utrecht, Marco Daane

Tekst: Dick van den Berg
Foto’s: Dick van den Berg, Theo Flissebaalje

PINT-bierproefavond Utrecht
PINT-bierproefavond Utrecht

Een PINT-bierproefavond in Utrecht

Een PINT-bierproefavond in Utrecht

Op 10 oktober 2022 had Theo Flissebaalje de Zeeuwse schrijver Marco Daane uitgenodigd voor de maandelijkse proefavond in Utrecht. Marco heeft in 2016 het omvangrijke boek Bier in Nederland gepubliceerd over de geschiedenis van het bier in Nederland. Hij had voor de proefavond vijf bieren meegenomen die volgens hem karakteristiek waren voor de biergeschiedenis in Nederland vanaf de middeleeuwen tot heden. De volgende bieren werden geproefd en het commentaar van Marco Daane is hierbij vermeld.

1. Kuitbier

Het Nederlands oerbier was gruitbier. Gruit was een kruidenmengsel dat werd toegevoegd omdat men in de middeleeuwen nog geen hop gebruikte. Hop werd pas later in Noord-Duitsland gebruikt in bier dat met gerst werd gebrouwen. Dit bruine hoppenbier was succesvol en kwam ook in Holland terecht. Men wilde dit ook brouwen, maar gerst werd hier niet geteeld, wel was er haver dat toen gebruikt werd. Later was er ook witbier uit Hamburg dat de aandacht trok en hier gekopieerd werd met veel haver en minder gerst naast de tarwe. Dit was het kuitbier, dat zeer succesvol was en dat veel in Gouda, Delft en Haarlem gebrouwen werd. Marco noemt dit het Nederlandse “moederbier” en vindt dat het Belgische witbier hier een nazaat van is. Het kuitbier vierde zijn hoogtij in de periode 1400-1520. Het is eigenlijk de enige erkende Nederlandse bierstijl, maar buitenlandse bierkenners hebben moeite om dit een aparte stijl te noemen en brengen het vaak onder bij de farmhouse ales, terwijl het een echt stadsbier was.

Het bier dat wij proefden was de Burgunder Stypel uit Borne van 6%, een oranje-gelig troebel bier. Het was niet opvallend bitter of zoet, iets zurig en er werden vaag citrus, peer en snoepjes geroken. Ook brouwerij Avereest uit Dedemsvaart produceert een kuitbier: Klungel.

2. Soet

Na de 16de eeuw werd gerst het belangrijkste brouwgraan. Er ontstond een nieuwe bierstijl die landelijk succesvol was: soet. Het betekende vriendelijk, lief en aangenaam, maar het was dus geen zoet bier. Soet bevatte kruiden zoals anijs en koriander. De korte en krachtige naam was gekozen om het als een alternatief voor witbier in de markt te brengen. Witbier was een Brabantse bierstijl, uit Breda en Geertruidenberg. In de 17de eeuw kwamen er grote brouwerijen op in grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Haarlem, terwijl Gouda inzakte als brouwstad. Ook kleinere steden zoals Deventer, Nijmegen en Breda waren belangrijk. De organisatie van kleine brouwers, CRAFT, besloot vorig jaar een historisch bier uit te brengen. Men koos voor een bier uit de 17de eeuw, en een schilderij van Rembrandt, De verloren zoon in een herberg, vormde de inspiratie. Op dit gedeeltelijke zelfportret heft Rembrandt vrolijk het glas dat met bier gevuld is. De acht deelnemende brouwerijen brachten dit op historische recepten uit Dordrecht gebaseerde bier uit onder de naam Vrolijk.

Het bier dat wij proefden was van Jelster uit Rotterdam. Jelster heeft zoveel mogelijk de oude brouwmethode gevolgd zoals een open vuur en decoctie. Het was 5% van alcohol en werd als vrij vlak en neutraal ervaren. De andere brouwers hebben ook een 5%-versie gemaakt, behalve Rock City die met 7% kwam.

3. Beiers lager

Tot de 18de eeuw waren alle Hollandse bieren bovengistend gebrouwen. Echter, in Beieren had men al heel lang ervaring met ondergistende bieren. De noodzakelijk lage temperaturen waren mogelijk in ijskelders, Neurenberg was een centrum waar men ‘s winters brouwde. Na de komst van de spoorwegen werd export hiervan mogelijk. Het bruine lagerbier viel overal in de smaak, maar brouwen was alleen mogelijk met veel opslag van ijs om de lage temperaturen te verkrijgen. Later konden de grote industriële brouwerijen met koelmachines dit op de markt brengen. Maar het Beiers lagerbier werd in populariteit later overtroffen door pilsener en Vienna. Midden 19de eeuw waren er ook Nederlandse brouwers die dit bier wilden brouwen. Zo was er Perk uit Den Haag, die een brouwerij in de duinen wilde vestigen, maar die plannen zijn nooit verwezenlijkt. De eerste die het op grote schaal brouwde (in 1867) was de Koninklijke Nederlandsche Beijersch Bierbrouwerij uit Amsterdam. Deze bleef met natuurijs koelen en werd nooit rendabel en is in de 20de eeuw failliet gegaan. Ondertussen waren onder andere Amstel en Heineken al druk bezig met pilsener bier dat de markt veroverde. Overigens werd het eerste Nederlandse pilsener gebrouwen in Amersfoort.

Het bier dat geproefd werd was van Butcher’s Tears, De Fluiter van 5,1%, uit Amsterdam. Dit donkere bier werd als zeer smakelijk ervaren, met tonen van gebrande mout en chocolade in het aroma.

4. IPA

Na 1980 vond er weer een omwenteling plaats in de bierwereld. Men ontdekte de verschillende bierstijlen in het buitenland die tot oprichting van nieuwe kleine brouwerijen leidde. Vooral in de VS waren er veel hobbybrouwers die besloten een eigen brouwerijtje te beginnen waar bieren met veel smaak en geur gemaakt werden. Dit als alternatief voor de vlakke, smaakloze ‘middle-of-the-road’ bieren van de grote brouwconcerns. Men zocht naar oude recepten en brouwstijlen en besloot ook om met veel verschillende hopsoorten te gaan werken.
Vooral veel Amerikaanse hoppen werden gebruikt die vaak zeer fruitig waren. IPA was van oorsprong een Engels bier met Engelse hop. Maar in Amerika voegde men er plaatselijke hopsoorten aan toe waardoor het een fruitig bier werd. In Nederland werd er vanaf 2000 dit soort bier gemaakt. De oudste pale ale was die van SNAB. Later was er de Amarillo van De Molen, een dubbele IPA.

Marco had een USA IPA van Muifel uit Oss meegebracht (7%), een bier dat ook uit de handel gaat. Het oranje bier had een bittere smaak en bevatte Chinook-, Columbus- en Cascadehops.

5. Gerookt haverbier

De laatste jaren ziet men een toename van de experimentele brouwsels, allerlei soorten granen, hoppen en andere toevoegingen. De biercreativiteit is ongekend hoog. Vaak gaat men weer terug naar oude recepten met nieuwe creaties. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van haver, populair in de middeleeuwen, in nieuwe bieren. Wel blijft natuurlijk gerst noodzakelijk.

Wij krijgen de Imperial Smoked Oatwine (10%) van Rock City te proeven. Dit donkere bier heeft naast een rooksmaak (van de gerookte gerstemout) ook aroma’s van leer en drop. Net als in de middeleeuwen heeft men hier een tweede trek van gemaakt, het dunnere Porter van 5%.

Na deze bijzonder bieren konden wij aan de bar nog de Vrolijk van Rock City (7%) uit het vat drinken. Het was een bijzonder geslaagde avond en Marco Daane heeft ons duidelijk gemaakt dat de Nederlandse bierhistorie bijzonder interessant is en een blijvende bron van inspiratie is voor brouwers. Met recht een “historische” avond.

PINT-bierproefavond Utrecht

Een PINT-bierproefavond in Utrecht

Een PINT-bierproefavond in Utrecht

Terug naar pagina Vereniging.